Wijn bewaren

Hoe goed de wijn ook kan zijn, een slechte bewaring kan alles verpesten.
Geef daarom voldoende aandacht aan de bewaring van uw wijn, ook al is dit voor een vrij korte periode.

Do’s:

  • bewaren op constante temperatuur op een donkere plaats (ideaal is een kelder, een koele berging), geurvrij en trillingsvrij

  • temperatuur onder 18 graden

  • liggend voor lange bewaring, maar rechtstaand is ook prima voor korte/middellange bewaring (de vochtigheidsgraad in de fles zorgt ervoor dat het kurk niet uitdroogt). Sommige van onze wijnen zijn afgesloten met een kroonkurk of schroefdop, deze worden beter rechtop bewaard

Dont’s (ook niet voor kortere duur)

  • op kamertemperatuur (in de woonkamer of andere leefruimte)

  • grote temperatuurschommelingen

  • in het licht

Wijnen met geen of weinig toegevoegde sulfieten bewaren even lang als conventionele wijnen, op voorwaarde dat ze correct bewaard worden. Is uw fles niet uit na het eerste gebruik, dan bewaart u deze dan afgesloten in de koelkast of een plaats beneden de 16 graden, maar ook niet voor te lang (paar dagen). Om de wijn terug op schenktemperatuur te krijgen, zet u vooraf de fles een tijdje op een koele plaats in het huis.

Schenktemperatuur

Tip : drink uw witte wijn niet te koud en uw rode wijn niet te warm.

De juist schenktemperatuur is van cruciaal belang om de wijn ten volle tot zijn recht te laten komen.
Hierbij een paar vuistregels:

  • rosé: 3-5 °C

  • champagnes, cremants, pet’nats, witte en lichte orange: 6-8 °C

  • rijpere witte en millésime champagnes: 8-10 °C

  • complexe witte: 10-12 °C

  • lichte rode: 14-16 °C

  • andere rode: 16-18 °C

  • complexe orange wijnen: 14-16 °C

Hou er rekening mee dat de wijn, eenmaal uitgeschonken, verwarmt in het glas.
De inschenktemperatuur is dus ook wat afhankelijk van de omgevingstemperatuur. Drinkt u uw wijn bijvoorbeeld buiten in de zomer bij 30 °C, dan is de ‘starttemperatuur’ dus best wat koeler dan de bovenvermelde richttemperaturen.

Karafferen doet wonderen !
Hiervoor heb je geen dure karaf nodig. Karafferen doen we om de wijn extra zuurstof te geven (is doeltreffender dan bijvoorbeeld de wijn een tijd voor het schenken te ontkurken). We raden een voldoend brede karaf aan die zuiver is (geen stof, geen afwasgeur). Karafferen is aangeraden voor zowel jonge fruitige(rode) als complexere wijnen (wit, rood, orange). Een half uurtje voor het uitschenken is doorgaans voldoende, maar bij complexere wijnen raden we aan om minstens 1 uur op voorhand dit te doen.
Ondertussen laat u de gekaraffeerde wijn op zijn ideale schenktemperatuur staan in een propere ruimte.